Leo de Jong maakte alles goed na zijn debacle in de eerste wedstrijd. Met 30-28 in 50 beurten was hij net iets sterker dan Johan Peer. Peter Berndsen speelde tegen Demi Pattiruha een eenzijdige partij. Op papier was dit al te voorspellen, maar het moet altijd nog even gebeuren. Waar Pattiruha niet verder kwam dan 9 punten, was de winst voor Berndsen een feit. 30 in 34 beurten.
Het was de beurt aan Fred Groen en Hans Handgraaf om minimaal een punt te incasseren. Maar het liep even anders. Fred Groen ging tegen Ed Voogt van start, en speelde een zéér regelmatige partij. Niet eens een hele grote serie, maar elke 3-4 beurten een drietje schiet ook lekker op. Voogt kon dit niet pareren. Groen maakte af en toe een klassieke artistieke stoot, waardoor Voogt met de mond open zat te genieten. Groen maakte de partij uit in beurt 29. 35-14 met een gemiddelde van 1.206.
Op dat moment was Hans Handgraaf nog niet klaar met zijn partij tegen Reinier Burgemeester. Handgraaf speelde een prima pot. Na een 13-15 achterstand, maakte hij een serie van zeven, en was het verschil gemaakt. Burgmeester kon niet meer aanhaken en sputterde in de laatste beurten nog wat tegen, maar hij kon het tij niet meer keren. Het werd 35-24in 28 beurten met een moyenne van 1.250. Met een teammoyenne van 0.921 kan men terugkijken op een mooie degelijke overwinning.