Het verhaal over de samenwerking tussen warmteleverancier DRH en Burg Group gaat zeven jaar terug. Medio 2016 stond de grootste azijnproducent van Europa op het punt fors te investeren in haar productie, inclusief nieuwe koeltorens, toen daar ineens Adriaan van Diepen was.
De bevlogen grondlegger van DRH had een alternatief. “Uiteindelijk lagen twee opties op tafel”, aldus manager duurzaamheid Andrea Bolhuis van Burg Group. “De ene was nieuwe koeltorens neerzetten, de andere was in zee gaan met DRH als leverancier van koelenergie. Onze azijnbrouwers waren zeer huiverig. Maar uiteindelijk heeft onze directeur Patricia Surendonk gezegd: dit sluit aan op onze visie, op onze ambities. We gaan dit doen.”
De voorzichtigheid van destijds bij de azijnbrouwers was goed te verklaren, zegt manager maintenance & engineering Vincent den Engelsman van Burg Group. “De productie van azijn is extreem temperatuurgevoelig. Goede, stabiele koeling is heel belangrijk en de bandbreedte om dat te doen is heel klein, een paar graden. Als je op zo’n gevoelig onderdeel van je productie de bewezen technologie inwisselt voor een alternatief dat nog in de kinderschoenen staat, dan is dat op z’n zachtst gezegd hartstikke spannend.”
Moedig
Het maakt het besluit van toen des te moediger, vindt senior manager Rob Verzijl van warmteleverancier DRH. “In de kern gaf Burg Group de koeling van haar proces uit handen: geen volledig eigen installaties meer, maar water uit de bodem dat met een warmtewisselaar wordt omgezet in koelenergie. Dat moet je maar net willen overwegen en durven, zeker tóen. Er was destijds helemaal niet zo’n hoog urgentiegevoel als het ging om energiebesparing of het terugdringen van CO2-uitstoot.”
Voor DRH en met name geestelijk vader Adriaan van Diepen - ooit medeoprichter van het Heerhugowaardse bedrijf Kodi - was de deal een gedenkwaardig moment. Hij bedacht het concept van een Heerhugowaards ‘energiecircuit’, gevoed door ondergrondse warmte- en koudebronnen, waarop bedrijven en woningen als leveranciers en afnemers van warmte konden worden aangesloten. Burg Group was als leverancier van bij de productie vrijkomende warmte - die op dat moment ‘gewoon’ nog in de atmosfeer verdween - wat Van Diepen betrof een graag geziene gast op dat netwerk.
Uitrol
DRH voorziet momenteel - grotendeels met de restwarmte van Burg Group - nog ondernemingen op bedrijventerrein De Vaandel en asfaltcollectoren voor het ijsvrij houden van wegen van warmte. Maar er is capaciteit voor veel meer. De 50.000 gigajoule koelenergie die DRH bij aanvang van de samenwerking jaarlijks leverde aan Burg Group, is verdubbeld naar 100.000 gigajoule. “De warmte die we daarvoor terugkrijgen is voldoende voor 10.000 woningen”, zegt Verzijl.
Volgens hem is sprake van win-win aan alle kanten. “De warmte die wij leveren, is 25 graden. Dat betekent in de kern dat je het water in nieuwbouwwoningen met een warmtepomp maximaal nog maar zo’n 13 graden verder hoeft op te warmen. Voor vloerverwarmingen is een temperatuur van 35 tot 38 graden prima. En het is nogal een verschil of je dat vanaf nul graden moet doen of vanaf 25 graden. ”
Trots
Burg Group is “hartstikke trots” op de ontwikkelingen, zegt Andrea Bolhuis. “Het is bijna het perfecte plaatje: we produceren ons eigen product op een duurzame manier en leveren daarnaast actief een bijdrage aan het terugdringen van het energieverbruik in steeds meer bedrijven en woningen.”
Omdat het energieverbruik per geproduceerde liter azijn sinds de samenwerking met DRH bijna is gehalveerd, onderzocht ze de afgelopen jaren of koelenergie uit de bodem ook toe te passen is bij de buitenlandse productielocaties van Burg Group. “Helaas lukt het daar niet, om een heleboel redenen. En natuurlijk was dat een teleurstelling, maar werd me wel duidelijk dat in Heerhugowaard sprake is van een unieke situatie, van de ligging van het bedrijf tot de samenstelling van de bodem. En dan is het alleen maar heel mooi dat 2 bevlogen ondernemers die omstandigheden vanuit hun overtuiging ten volle hebben weten te benutten. De maatschappelijke waarde is groot. Dat maakt dit op het gebied van duurzaamheid écht een heel mooi initiatief.”