ARNHEM - De rechtbank veroordeelt een 74-jarige vrouw uit Amersfoort en een 76-jarige man uit Apeldoorn in de strafzaak rondom zelfdodingsmiddel x. De vrouw krijgt een voorwaardelijke celstraf van 1 jaar. Daarbij moet ze een taakstraf van 80 uur uitvoeren. De man krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. Het duo maakte zich schuldig aan deelname aan een criminele organisatie die tot doel had hulp te bieden bij zelfdoding.


Naast dit duo stonden nog 5 andere personen terecht. De rechtbank spreekt een 71-jarige vrouw uit Woerden, een 76-jarige man uit Deventer, een 75-jarige man uit Gouda en een 76-jarige man uit Heerhugowaard vrij van deelname aan deze criminele organisatie. Een 80-jarige man uit Haarlem overleed enkele dagen nadat zijn strafzaak op zitting was behandeld, nog voordat de rechtbank uitspraak kon doen. De rechtbank verklaart het Openbaar Ministerie (OM) daarom niet-ontvankelijk in zijn zaak.

De rechtbank is zich bewust van de gevoeligheid van deze zaak. In de samenleving wordt gepleit voor de mogelijkheid tot een levenseinde in eigen regie. Critici zijn er ook. Zij vinden dat deze groep een gevaar vormt voor de samenleving, omdat door hun handelen mensen te gemakkelijk aan het zelfdodingsmiddel konden komen en een einde aan hun leven konden maken. Tot groot verdriet van de nabestaanden.

In een strafzaak moet de rechtbank uitgaan van de kaders die de wet geeft. Binnen die kaders is er ruimte voor de strafrechter om rekening te houden met feiten, omstandigheden en persoonlijke aspecten. Wat mag wel en wat mag niet? Wie verandering van wetgeving wil, moet aankloppen bij bestuur en politiek.

In tegenstelling tot het OM vindt de rechtbank in deze zaak niet dat er in de dood is gehandeld.

Sprake van een criminele organisatie

Zelfdodingsmiddel x werd verstrekt aan personen die de mogelijkheid wilden krijgen door met behulp van dit middel hun leven te beëindigen. De stof middel x is een giftig middel dat bij het innemen hiervan vrijwel zeker leidt tot de dood. Het middel werd verstrekt als een totaalpakket. In het pakket zat een dodelijke dosis middel x, een antibraakmiddel en een instructie voor gebruik van het middel. Dat de levering meermalen tot zelfdodingen leidde, kan worden afgeleid uit de chatberichten tussen de vrouw uit Amersfoort en de man uit Apeldoorn. Het doel van de organisatie – hulp bij zelfdoding door het verstrekken van middel x – was daarmee in hoge mate gevaarzettend. De rechtbank vindt daarmee bewezen dat de organisatie een criminele organisatie is in de zin van het Wetboek van Strafrecht.

Samenwerkingsverband

In het dossier vindt de rechtbank voldoende bewijs dat er tussen maart 2018 en juli 2021 sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen de vrouw uit Amersfoort, de man uit Apeldoorn, de overleden man uit Haarlem en 3 andere personen (die niet in deze strafzaak werden vervolgd). Dat deze specifieke groep personen niet deze gehele periode steeds in dezelfde mate actief betrokken was bij het samenwerkingsverband, doet daaraan niet af.

Vrijspraak

De rechtbank speekt de vrouw uit Woerden en de mannen uit Deventer, Gouda en Heerhugowaard vrij van deelname aan een criminele organisatie. Volgens de rechtbank zit er geen of onvoldoende bewijs in het dossier dat zij hebben deelgenomen aan het samenwerkingsverband.

Centrale rol vrouw

De vrouw uit Amersfoort stond samen met iemand anders aan de wieg van het samenwerkingsverband. Verder had zij contact met alle andere deelnemers en vervulde zij een centrale rol bij het maken van onderlinge werkafspraken, zoals het bepalen van de prijs die afnemers voor middel x moesten betalen.

Door het handelen van de vrouw en anderen zijn zeker duizend - en mogelijk meer - doses middel x verspreid, met alle mogelijke - nog in de toekomst gelegen - risico's van dien. Ook overtrad de vrouw de Geneesmiddelenwet door het verstrekken van een antibraakmiddel terwijl ze daarvoor geen vergunning had.

Verdriet van nabestaanden

De Amersfoortse was samen met iemand anders ook behulpzaam bij de zelfdoding van een vrouw. Als gevolg van hun bemiddeling en het daaruit ontstane contact kreeg deze mevrouw middel x en een antibraakmiddel waarmee zij uiteindelijk haar leven beëindigde. Door deze handelswijze is de nabestaanden veel verdriet gedaan. De dochter van deze mevrouw schreef in haar slachtofferverklaring dat er een verwijdering optrad tussen haar en haar moeder, waardoor zij haar moeder in haar laatste levensfase niet heeft kunnen bijstaan op de manier die zij graag wilde. De rechtbank rekent dit de vrouw uit Amersfoort zwaar aan.

Rol van de man

De man uit Apeldoorn was tijdens de genoemde periode voorzitter van Coöperatie Laatste Wil (CLW). Dit is een organisatie die streeft naar het inbedden van de autonome route: een levenseinde in eigen regie. (De CLW was zelf geen verdachte in deze zaak.) De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij als voorzitter niet duidelijker, sneller en strenger optrad tegen het informele circuit. Hij liet een cultuur voortbestaan waarbinnen middel x door de groep uitleveraars verstrekt kon worden. Zijn opzet op het deelnemen aan de criminele organisatie kan worden afgeleid uit het bewust laten ontstaan en voortbestaan van een bepaalde cultuur waarin sprake is van het overtreden van regels en waarbij de man op sommige momenten zelfs een actieve betrokkenheid had.

Behoedzaam omgegaan met het bepalen van de straf

Op hulp bij zelfdoding staat een maximale gevangenisstraf van 3 jaar. Dat is een veel lagere straf dan de maximum straffen die de rechtbank kan opleggen bij de verdenking van het deelnemen aan een criminele organisatie. Dan gaat het bijvoorbeeld om drugshandel, wapenhandel of het voorbereiden van liquidaties. Het uitgangspunt voor de straf ligt daarom lager dan in andere zaken waarin deelgenomen is aan een criminele organisatie. Ook vanwege de gevoeligheid van de zaak en de verschillende opvattingen die over dit onderwerp leven in de maatschappij is de rechtbank behoedzaam omgegaan met het bepalen van de straf.

Strafbepalingen vrouw uit Amersfoort en man uit Apeldoorn

De rechtbank veroordeelt de vrouw tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar met een proeftijd van 3 jaar. Daarbij moet de vrouw een taakstraf van 80 uur uitvoeren. De rechtbank vindt een stevige voorwaardelijke straf met een lange proeftijd passend om te voorkomen dat zij nogmaals in de fout gaat. De rechtbank ziet daar aanleiding toe, omdat tijdens een zogeheten stopgesprek in november 2020 de kans is geboden te stoppen met het verstrekken van middel x. Ondanks het gesprek ging de vrouw toch door met verstrekken van middel x. Volgens de rechtbank heeft de vrouw gehandeld vanuit een overtuiging, maar daardoor onvoldoende oog gehad voor de bescherming van en eerbied voor het menselijke leven.

De rechtbank legt de man uit Apeldoorn een straf op die aanzienlijk lager is dan door de officieren van justitie is geëist. Volgens de rechtbank was zijn rol binnen het criminele samenwerkingsverband kleiner dan door het OM was geschetst. Daarnaast ziet de rechtbank dat de man tot inzicht is gekomen. De rechtbank legt een straf aan de man op om zo te voorkomen dat andere bestuurders in vergelijkbare posities op vergelijkbare wijze handelen. De man krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, met een proeftijd van 1 jaar.

Zie ook: deze speciale pagina over deze strafzaak